Eind augustus staat mijn vader nog op een krantenfoto geanimeerd te praten met Paul Steenbergen bij diens afscheid van het toneel, maar daarna wordt hij ziek. Hij consulteert zijn oude vriend Pim Noordhoek Hegt, internist in Den Haag, die kanker constateert. Hij krijgt er een longontsteking overheen en wordt begin oktober in het Elisabeth ziekenhuis in Alkmaar opgenomen. Enkele dagen voor zijn dood wordt hij daar nog geopereerd, tevergeefs. 25 oktober laat hij zich naar zijn huis in Eenigenburg overbrengen, waar hij 's avonds om kwart over acht overlijdt. We begraven hem 28 oktober op het kerkhof van zijn parochie, de RK kerk in Tuitjehorn. Bij de uitvaart wordt niet gesproken, want mijn vader, die zoveel collegae en vrienden heeft herdacht met zijn befaamde toespraken, wou zelf in stilte begraven worden. Maar nu neemt mijn moeder de regie. Ze zorgt, door haar contacten met RK clerus, voor een indrukwekkende uitvaartdienst. De Gregoriaanse mis wordt gezongen door twaalf leden van het scola cantorum uit Amsterdam en opgedragen door bisschop Zwartkruis van Haarlem, deken Fritschy uit Schagen en pastoor Th. Wijnker uit Tuitjehorn. De kerk is afgeladen vol met vrienden en mensen uit de buurt.

 

schilder_t284

Afscheid op het kerkhof in Tuitjehorn. V.l.n.r. in het midden: ikzelf, mijn vrouw, mijn moeder en oom Jan, een broer van mijn vader. Uit de toneelwereld zijn te herkennen: Paul Storm rechts naast mijn oom en achter mij, met lichte jas, Erik Vos. Naast hem zijn vrouw Inez van Dullemen. Paul Steenbergen en Myra Ward zijn ook aanwezig, maar niet zichtbaar. Boven mijn moeder, met het hoofd schuin geheven, de beeldhouwer Piet Esser. Foto M. Huiberts.

 

Honderden vrienden, collegae en bewonderaars, die zijn overlijden via kranten, radio en TV hebben vernomen, betuigen Do van Dalsum persoonlijk en in brieven, waaruit blijkt hoe geliefd en belangrijk hij voor hen was, hun medeleven. Juliana, Beatrix en Margriet sturen telegrammen.

 

schilder_t285

De steen van mijn ouders op het kerkhofje in Eenigenburg. Foto SvD

 

Mijn moeder is dertien jaar later bij mijn vader in Tuitjehorn begraven. In 2010 heb ik ze laten overbrengen naar het kleine kerkhofje in Eenigenburg, dat op een terp ligt en uitziet over het landschap, waar hij zo van hield. Wij hadden het meestal over schilderen, maar kort voor zijn dood zei hij tegen me, dat hij nog wel eens een voorstelling zou willen maken over God, die 's avonds door de lucht aan komt zweven over de duinen en de boerderijen in dat weidse land.

 

  Terug