"Toen de bevrijding nog maar amper een feit was, hadden de acteurs en regisseurs die in de oorlog niet hadden gespeeld de Amsterdamse schouwburg bezet, ‘gekraakt’ zouden wij nu zeggen. Daarmee voorkwamen ze dat reactionaire krachten uit de oorlog opnieuw de dienst zouden gaan uitmaken in de schouwburg op het Leidseplein. Ze hadden het ad-hoc-gezelschap Toneelgroep 5 Mei 1945 opgericht en de eerste productie van het gezelschap was Vrij volk. Het was een gelegenheidsstuk in vijf bedrijven, geschreven door vijf verschillende auteurs" (Paridon 1998). Albert Helman, Maurits Dekker, Antoon Coolen, Jeanne van Schaik-Willink en August Defresne namen ieder een periode voor hun rekening van de Nederlandse vrijheidsstrijd door de eeuwen heen. Defresne schreef het vijfde bedrijf Vrij volk vandaag ofwel Het heden over de Duitse bezetting.   

 

oorlogstijd_t103

Links het programmaboekje. Rechts schutblad van de uitgave van Vrij Volk, waarop Defresne schreef: Voor Dally van Guus Amsterdam 30-9-45. Van de schrijver aan de  "schrijver". Onder de bezetting van Het heden.  Collectie SvD

 

Bij Het heden "werd het stil in de zaal; nu waren de enige geluiden een onderdrukte snik, het gestommel van iemand die wegliep of van een ander die flauw viel omdat de aanblik van een rij van Grüne Polizisten stram en roerloos op de rand van het boventoneel nog niet voor iedereen te verdragen was" (Pos 1971). Het bedrijf speelt in een vrouwen- en een mannenafdeling van een gevangenis, waar verzetstrijders op hun veroordeling wachten. Nadat vier mannen door een militair tribunaal ter dood veroordeeld zijn, mag een van hen, een schrijver, namens de anderen het woord voeren. Zijn lange slotmonoloog is een aanklacht tegen de Duitse misdaden. Als de rechters hem willen onderbreken, voegt hij ze toe: "Nee, u mag niet opstaan, u moet zitten blijven! Wij zijn degenen, die opstaan, omdat wij door de eeuwen heen opgestaan zijn en door de eeuwen heen opstaan zullen." "Van Dalsum speelde deze scène met zo'n kracht en schroeiende overtuiging, dat niemand in de zaal het vreemd vond dat de rechters niet op durfden te staan"  (Rob de Vries in Plekker 1983).

 

Een fragment van deze slotmonoloog is te beluisteren.

 

oorlogstijd_t104

Van Dalsum als de ter dood veroordeelde schrijver. Foto ANP

 

"De Vlaamse schrijver Johan Daisne verwoordde wat velen in de zaal ervaren hebben: Ik beken hier gaarne dat Van Dalsum me tranen van ontroering en vervoering heeft doen wenen ... En Van Dalsum had een grootheid, die was van het geweten der gehele intellectuele wereld, in zijn aanklacht van de machten, welke een ogenblik gedacht hebben de Geest te kunnen verduisteren" (Plekker 1983).

 

oorlogstijd_t105

Bij de première 5 juni 1945: "Men zag op die avond bijna alle prominenten van vóór '42 terug, vermagerd, maar bezield door een nieuwe geest; in tegenwoordigheid van Prins Bernhard, nog in generaals-uniform" (Albach 1957). Op de foto Bernard in gesprek met minister-president Gerbrandy in de pauze van Vrij Volk (Trouw, 9 juni 1945).

 

"Onstilbaar was de honger van het publiek in deze eerste maanden. Vier weken lang ging Vrij Volk dag aan dag, soms twee maal per dag, in de Stadschouwburg" (Pos 1971). Bij een voorstelling in Den Haag is Van Dalsum zo ziek door dysenterie, dat zijn rol overgenomen moet worden door Louis Saalborn. Hij wordt bij Ben Hunnigher in Den Haag behandeld door zijn vriend de internist Pim Noordhoek Hegt, die in het artsenverzet Medisch Contact zat.

 

  Terug