Tussen beide wereldoorlogen gaat Van Dalsum meestal met de motor op vakantie in Groet (N-H), waar hij een zomerhuis huurt, schildert en zijn vrienden ontmoet. Schilders, beeldhouwers, schrijvers, acteurs, dansers en musici, die daar of in de buurt wonen of tijdelijk verblijven, ontmoette hij al tussen 1910 en 1920 in Amsterdam. Hij is bevriend met de beeldhouwer John Rädecker, de Bergense School schilders Frans Huysmans, Piet en Mathieu Wiegman en Harrie Kuijten, de schrijvers Marie (♂) Brusse en Adriaan Roland Holst en hij kent veel andere kunstenaars uit dat milieu.

 

oorlogstijd_t73-1

Links het magnifieke gipsen dubbelportret dat Van Dalsum van John Rädecker kreeg. Het beeld stond altijd in zijn huiskamer en hij schilderde het in 1962 (zie 1962 Inzinking). Collectie en foto's SvD

 

Rädecker had een atelier aan de Achterweg in Groet. Do van Dalsum vertelde me (SvD) dat Rädecker, die plat Amsterdams sprak en beeldhouwershanden had, daar aan haar vroeg of ze een telefoonnummer voor hem wilde draaien. "Maar John, dat kun je zelf toch wel? Nei Do, ik ken me vingers niet in die goatjes krijgen". Van Dalsum en Rädecker kwamen op de kunstenaarssociëteit De Kring en waren samen betrokken bij politieke acties (1935 en 1939). Rädecker figureerde in 1932 ook in Blanco Posnets ware gedaante om wat bij te verdienen (Koopmans, Y John Rädecker, Zwolle 2006).


oorlogstijd_t73-2

Van Dalsum krijgt van Piet Wiegman twee schilderijen en bovenstaand kannetje, dat hij in 1968 schildert. 1 Piet vernoemt zijn dochter Doortje naar Do van Dalsum (Spijk 2003) en is zijn vismaat in de polder. Collectie en foto's SvD

 

Van Dalsum schakelt zijn vrienden ook in bij zijn voorstellingen. Frans Huysmans, die hem tevens schildersadviezen geeft, werkt mee aan Othello (1918 en 1935), Vrouwe Emer (1922) en Ichnaton (1926). Hildo Krop maakt maskers voor Vrouwe Emer en Genesius, Mathieu Wiegman ontwerpt het decor voor de Gijsbreght (1934), Charlie (♀) Toorop het decor voor De drie appelbomen (1939) en Adriaan Roland Holst maakt de vertalingen voor Richard III (1947) en Koning Lear (1948). Mathieu Wiegman tekent hem in Genesius (zie 1926) en Germ de Jong tekent hem als Tiger Brown in de Driestuiversopera van 1934 (zie 1967).

 

oorlogstijd_t73-3

Omslag van de Bergense School schilderes Else Berg van het programma van De affaire Dreyfus (1932) en de vertaling van King Lear van Adriaan Roland Holst. Collectie SvD

 

De acteur Ko van Dijk sr. huurt met zijn gezin in de zomervakanties altijd een molen in Groet. Zijn zoon Ko jr., de later beroemde acteur acteur, schetst Van Dalsum ten voeten uit in een dagje aan het strand (Verstraete 1973): "Ko sr. was dol op het leven buiten. Hij kon er wandelen en vissen en bracht hele dagen door aan het strand.
Wij hadden daar altijd veel vrienden in de buurt; bijv. Rädecker, Piet Wiegman, Werumeus Buning en Albert van Dalsum. Cor Hermus kwam er vaak op bezoek en een paar honderd meter verder woonde Henk Schaer met zijn vrouw op een boerderijtje. ... 2 Wat een geweldige feesten konden die grote knapen daar organiseren, wat een gesprekken, wat een discussies, waar ik als jongetje en later, als een uit zijn krachten gegroeide puber, met open mond naar zat te luisteren.
Ik zie nog Van Dalsum op het kleine terrasje van Mienkema 3 zitten, achter een tekenbord, het manuscript naast zich op tafel, bezig decors te ontwerpen. Hij droeg een bolhoed, zoals in die tijd zijn gewoonte was en er bungelde een sigaret in zijn mondhoek.
Eens op een bijzonder hete dag, had mijn vader hem overgehaald mee naar het strand te gaan om te gaan zwemmen in zee. 'Ja ja', zei van Dalsum bedenkelijk, 'maar hoe doen we dat dan met uitkleden?' 'Dat zal je wel zien', zei mijn oude heer, 'ga nou maar mee, dat wijst zich vanzelf.' We gingen met z’n allen naar beneden het strand op en liepen, zoals gewoonlijk, eerst een kwartier of zo verder op, tot we een plek vonden waar niemand anders was. We hadden plaids bij ons en een mand met brood en koffie. Te bestemder plaatse installeerden we ons en trokken onze zwempakken aan. Mijn vader droeg altijd een enorm grote zwembroek waar zijn machtige donkerbruin gebrande tors boven uit torende. Van Dalsum ontdeed zich aarzelend van zijn bovenkleren en droeg daaronder een lange jaeger onderbroek en een jaeger borstrok. 'Neem mij niet kwalijk Ko,' zei hij toen, 'ik vind de wind toch een beetje koud, ik denk dat ik hier maar blijf zitten.' Hij zette zich neer op het zand, in zijn jaeger onderpak, de benen vooruit en een bolhoed op. Het was een oer-komisch gezicht maar er werd niet om gelachen. Daar zorgde de blik vol dreiging, die mijn vader mij toewierp, wel voor zodat ik mij omkeerde en over het strand naar de zee rende waar ik mij snikkend van pret in de golven wierp.
Een uur bleef Van Dalsum zo zitten, een sigaar rokend en met nietsziende ogen naar de zee starend omdat hij in gedachten bij zijn stuk en zijn decor was. Na dat uur stond hij op en zei: 'Je moet me niet kwalijk nemen Ko, maar ik ga maar weer aan het werk.' Hij had mijn vader zijn zin gegeven, maar nu vond hij het welletjes. Dit soort strandvermaak beschouwde hij als grote onzin. Er waren belangrijker dingen te doen. En dat was natuurlijk zo.
Van Dalsum woonde daar dikwijls in de buurt, in een huisje ‘s zomers of hij logeerde bij Rädecker, die er een groot atelier had".

 

oorlogstijd_t73-4

Twee vakantiehuizen die Van Dalsum in Groet huurde. Links bij het witte kerkje, rechts de Wagenmakersweg 14. Foto's SvD

 

  1. Het ene schilderij was een portret van de gebochelde Gert Bouwe, die in Groet woonde en op het andere stond een meisje met een fiets voor het witte kerkje in Groet. Beide schilderijen zijn verloren gegaan, omdat de verf in stukken van het doek viel. Behalve schilder was Piet Wiegman ook pottenbakker. Hij vond de glazuur van het kannetje, dat hij Van Dalsum gaf, mislukt, maar daarom vond Van Dalsum het juist zo mooi. Zelf kreeg ik van Piet een tegel met vissen waar een scherf af was, toen ik als jongetje een keer met hem en mijn vader mee uit vissen mocht. De bamboehengels met koperen bussen waren loodzwaar en voorzien van door Piet zelfgemaakte drijvers voor op de baars en paling.
  2. Van Dalsum speelde met Ko van Dijk sr. (1881 - 1937) bij de Kon. Ver. Het Nederlands toneel (zie 1915). Cor Hermus is acteur en later toneelleider van Comedia. Werumeus Buning is schrijver en toneelcriticus. Henk Schaer is acteur.
  3. Minkema (door Ko van Dijk uitgesproken als Mienkema) is een strandpaviljoen Camperduin. Camperduin is het gedeelte van Groet bij zee.
  Terug