Door het politieke karakter, de censuur en de enorme commotie is De beul waarschijnlijk de meest controversiële voorstelling in de Nederlandse toneelgeschiedenis. Het TV programma Andere tijden wijdde er een  uitzending aan.

 

Video Andere tijden

 

Audiofragment 2e acte met Van Dalsum en Charlotte Kohler

 

 

"In de herberg zit een aantal mannen elkaar gruwelijke verhalen over de beul te vertellen, die zwijgend op de achtergrond aanwezig is. ... Tijdens de verhalen wordt de verbeelding ervan simultaan achter een gazen doek vertoond. De laatste scène gaat over in een moderne oorlogsfilm waarna het toneel zich verplaatst naar een hedendaagse dancing in een opstuwend ensemble van oorlogszucht, rassenhaat, dans en ijdelheid tot de slotclaus van de beul, die in een dramatische epiloog het vonnis velt aller tijden om welk vonnis het stuk in wezen geschreven is. Het eerste deel geeft een beeld van de toenmalige geestesgesteldheid, waarin de beul symbool was van wrekende en straffende gerechtigheid; in het tweede deel is de beul niet meer het symbool van gerechtigheidsgeweld maar van machtsgeweld" (Defresne).
"De strekking is een beschuldiging van de beul jegens God. De kruisiging en het offer van Christus zijn zinloos gebleken, hij is geen verlosser. God is versteend en de arbeid der verlossing voltrekt zich onder het beulsteken van het eeuwige machtsgeweld. Nooit zal de taak van de beul een einde vinden... Een negatief slot: de mens zal aan het geweld te gronde gaan; een slot dat Van Dalsum en Defresne niet zinde, reden waarom de versteende God ... werd omgebogen naar een verlossing van het kwade geweld" (Pos 1971).

 

"Met name de tweede afdeling in de dancing is een ware orgie van schreeuwende en vechtende en dansende en dampende mensen, blanken en negers door elkaar; Lagerkvist schildert hier het geweld van de allerlaatste tijd, met duidelijke toespelingen op het Duitsland van na 1933" (Ter Braak in Het Vaderland)  "Van Dalsums regie, de precisie waarmee de chaos was geënsceneerd en de overrompelende overgave van het ensemble, dit alles beantwoordde aan de hoogste normen." (Pos 1971)

 

 Het Vaderland met Menno ter Braak over de rellen (18 nov. / 2 dec. 1935):

 

Tumult in de schouwburg
"De vertoning van ‘de Beul’ ... heeft ... in de Stadsschouwburg tot tonelen geleid, zoals misschien ... nog nooit zijn voorgekomen. Het was bekend geworden, dat er van zekere zijde [de NSB] ... zou worden geprotesteerd. Vandaar dat de politie uitgebreide voorzorgsmaatregelen had getroffen. Een grote macht politie, in civiel, behorend tot de centrale recherche, en in uniform, was in het gebouw aanwezig, en ook daarbuiten ... . De schouwburg was ... zo goed als uitverkocht. Voordat de voorstelling begon, trad de heer Defresne voor het nog neerhangende gordijn ... Hij deelde mede, dat ... alle mogelijke maatregelen waren genomen ..., en verzocht het goedwillende publiek zich kalm te houden en zich vooral geen angst te laten aanjagen, als er met rookbommen mocht worden gegooid ... de eerste tekenen van onrust vertoonden zich reeds in de 1ste afdeling, de middeleeuwse. Het visioen van de beul, die met de veroordeelde vrouw wenst te trouwen, gaf aanleiding tot protesten uit de zaal. Iemand riep, en anderen vielen hem bij, dat de in dit verband gebezigde termen godslastering inhielden. Even ging het licht op, en toen gingen de protesten over in een algemeen gekuch. Een viertal personen werd door de aanwezige politie uit de zaal gezet.

 

Spanning na de pauze
... En wat volgde was veel erger! ... Er werd bij halflicht verder gespeeld, ten einde het verwekken van stoornis te bemoeilijken. En overal zag men nu bij de uitgangen der verschillende rangen, politiedienaren in uniform. De eerste fascistische frases verwekten applaus en tegenapplaus. Een paar bezoekers van de stalles en de fauteuils de balcon werden verwijderd. Toen een der laatstgenoemden zich blijkbaar verzette, zagen wij voor het eerst van ons leven op ‘het presenteerblaadje’ (zoals de vooruitgebouwde fauteuils de balcon in de volksmond heten) de gummistok zwaaien. Ook een heer op de eerste rij stalles liep klappen op. Omstreeks die tijd meenden wij een onaangename en prikkelende lucht te ruiken. Het was echter niet zó, dat wij konden constateren, dat er werkelijk met stinkbommen geworpen was, zoals om ons heen beweerd werd. ...
En toen volgden de protesten, die steeds, als automatisch, gevolgd werden door een verwijderen uit de zaal, elkander regelmatig en in steeds sneller tempo op; nu hier dan daar, nu boven, dan beneden, op de duurdere zowel als op de goedkopere rangen. Wat dan telkens een opdraaien en na verwijdering der ordeverstoorders, op min of meer hardhandige wijze een (half) neerdraaien van het licht, en ... vertraging van de voorstelling tengevolge had. Er werd echter steeds doorgespeeld. ... Het stuk werd geheel afgespeeld.

 

Wat er geschreeuwd werd
... Van de meest karakteristieke noemen wij: ‘Het is een schande voor Amsterdam!’, en ‘Volk van Nederland ontwaakt, protesteert tegen die vuiligheid’. Ook: ‘En dat noemen ze nou kunst!’ Moesten ten gevolge van dergelijke protesten bezoekers naar buiten gebracht worden die enigszins midden in ... zaten, dan zag men een enkele maal de rechercheurs zelfs over de stoelen naar de delinquent of de delinquenten (vaak was het een heel rijtje) klauteren. Meestal gingen ze gewillig mee, maar soms ging de uitleiding gepaard met heftig verzet, klampten de uitgeleiden zich vast aan de stoelen of anderszins en werden dan met geweld naar buiten gebracht. Dat het daarbij dan niet zacht toeging, valt te begrijpen. Een trachtte, tot tweemaal toe, op het toneel te komen, wat hem echter belet werd.

 

... ook dames namen hieraan ijverig deel... Zeker de helft van de zaal was leeg, toen de voorstelling geëindigd was (nadat een deel van het publiek ook nog: ‘Voor Koningin en Vaderland’ gezongen had). De overblijvenden - degenen die dus behoorden tot de andere helft - brachten aan van Dalsum en de zijnen een stormachtige hulde. Minutenlang juichten zij de spelers staande toe. Daartussen door klonk schel gefluit.
Buiten de schouwburg, op het Leidseplein was het nog enige tijd rumoerig. Motorpolitie en politieruiters verspreidden de nieuwsgierigen binnen korte tijd. Nader vernemen wij, dat tegen verschillende personen proces-verbaal is opgemaakt wegens verzet tegen de politie en mishandeling, alsmede wegens baldadigheid. ...

 

Nader meldt onze correspondent te Amsterdam:
Volgens officiële opgave van de politie zijn gisteren circa 200 personen uit den Stadsschouwburg verwijderd. Dit betreft dan waarschijnlijk degenen die gedwongen zijn zaal en gebouw te verlaten. Het getal dergenen die onder protest de zaal verlieten was veel groter. Hoezeer het publiek in twee kampen was verdeeld, bleek ook hieruit, dat de schuldigen telkens door hun omgeving met de vinger werden aangewezen aan de politie. Vermoedelijk hebben ook een aantal rustige bezoekers de voorkeur aan vertrek gegeven, uit angst voor erger. Ook op verschillende demonstranten zijn rook- en stinkbommen gevonden. Voorts werden in de zaal zakjes met erwten gevonden. Vermoedelijk was de bedoeling die uit te strooien of weg te blazen.
Het nemen van maatregelen [door de directie] om het verkoopsysteem zó te wijzigen, dat de kans op georganiseerde relletjes uiterst moeilijk zal zijn, lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. ...

 

De nieuwe argumentatie
...Dat Van Dalsum en de zijnen trachten het niveau van ons theater te verhogen door te breken met die sleurtraditie van het slappe, door de bioscoop eigenlijk al doodgeconcurreerde toneelbedrijf, is bijzonder te waarderen; dat zij zo nu en dan een misgreep doen (gelijk m.i. met ‘De Beul’ het geval was), bewijst niets tegen hun verdiensten; integendeel, wie faalt als Van Dalsum in deze opvoering, heeft iets aangedurfd, dat juist door de durf van het experiment zich soortelijk onderscheidt van de lauwheid van het alledaagse premièreleven...

 

De hetze, die door de Telegraaf is ingezet tegen ‘De Beul’ en de Amsterdamse Toneelvereniging ... maakt het noodzakelijk dat de argumenten pro en contra nog eens terdege worden afgewogen. Het feit, dat ‘De Beul’ een weinig geslaagd toneelexperiment is gebleken, tracht het dagblad, dat met alle winden meedraait en dus in dit tijdsgewricht de NSB-wind in de zeilen tracht te krijgen, uit te spelen tegen het gemeentelijk subsidie; als zou de Amsterdamse Toneelvereeniging dit subsidie niet onder de andere toneelgezelschappen dubbel en dwars verdienen, als zou ook deze mislukking niet pleiten voor haar streven naar een toonbaar répertoire!
En bovendien: ...het tweede deel van ‘De Beul’ ...  moge retorisch zijn bewerkt...: dat is nog geen reden om te ontkennen, dat er zich niet te ver van hier gebeurtenissen hebben afgespeeld, die in barbaarsheid de door Pär Lagerkwist ten tonele gevoerde zeker evenaren. ... Ik geloof, dat de werkelijkheid der concentratiekampen verschrikkelijker, want officieuzer, sluipender is dan het gedoe in de dancing van ‘De Beul’... er is geen enkele reden om de Amsterdamse Toneelvereniging hard te vallen en in haar subsidie aan te tasten, er is nog minder reden, om de toestanden in het huidige Europa liefelijker voor te stellen dan zij in werkelijkheid zijn."

  Terug