Deze krantenfoto is gemaakt omstreeks het huwelijk en een motorreis naar Spanje. Van Dalsum reed voor de oorlog op een Indian en een Harley Davidson. Dit is de Harley. Later reed hij ook een Matchless en een Ariel (genoemd naar de luchtgeest uit De storm van Shakespeare).

Onder acteurs circuleerden veel verhalen over Van Dalsum op de motor en in de auto. Zoals toen hij er pas in Halfweg achter kwam, dat zijn vrouw in Amsterdam nog niet opgestapt was. Tijdens die motortocht in Spanje was na een lange reisdag alles dicht wegens een feestdag. Moe en hongerig reed hij wanhopig van het ene gesloten restaurant naar het andere. Eindelijk vonden ze er een. Het doornemen van het menu vergde enig geduld, want Do van Dalsum moest elk gerecht, dat de ober opsomde, voor hem vertalen. Toen zijn stijgende honger de overhand kreeg, sloeg hij midden in het betoog met zijn vuist op tafel en brulde tegen de arme man: Etos godverdommos.  Hoewel hij een aimabel en religieus man was, stond hij bij alle acteurs bekend om zijn gevloek, dat ze met lange uithalen imiteerden. Op die zelfde reis, viel Do van Dalsum, bevangen door een zonnesteek, in een ravijn. Haar val werd gestuit door een eenzaam boompje uit de rotswand, waar ze bewusteloos over heen hing. Zo werd ze door de brandweer omhoog getakeld.

 

Maar dat waren incidenten. Ze genoten van de motor in hun schaarse vrije tijd. Even weg uit het enerverende toneelleven met dat romantische niet uit te leggen gevoel van vrijheid, dat iedere motorrijder kent. Van Dalsum kocht zijn eerste auto pas toen hij ongeveer zestig was. Volgens Ko van Dijk was een auto niet meer dan een soort functionele doos voor hem.
  Terug