Terwijl zijn vrienden Cor Ruys en Adolf Bouwmeester al toneelspelen, slijt Albert zijn dagen als kantoorklerk bij het spoor. Dit werk als zodanig interesseerde me zo weinig en de toekomst ervan was eigenlijk zo gering, dat ik op een bepaald moment besloot, om les te gaan nemen bij Jan C. de Vos Sr., een in die tijd in toneelkringen befaamd pedagoog, die zich ook werkelijk interesseerde voor zijn leerlingen. Ik kwam bij hem, geladen met verzen van Kloos, Verwey, Gorter, Henriëtte Roland Holst. Jan C. vroeg me natuurlijk of ik wat ten beste wou geven, zodat hij mijn stemmateriaaal, mijn wijze van voordragen, etcetera, kon beoordelen. Jan C.: Doe die versjes nu eens weg, en laten we met iets anders beginnen, iets wat meer met toneel te maken heeft:
DE GEBROKEN SCHAATS
Heeft er iemand ook een touwtje?
Goeden avond, juffrouw Wallen!
Nee ik . . . ja, Mijnheer! een beetje.
Leer dit gedicht en kom dan terug, maar weet wel, als ‘t niet gaat, denk ik er niet aan, onthoud dat! Voor geld les geven aan lui zonder talent dat valt me niet in! Later: Nou, steek maar van wal!... Nou moet je niet kletsen, heb je dat alleen gedaan, heeft niemand je er bij geholpen? Nee, meneer de Vos. Nou, ‘t is goed hè! Ik zal je les geven.
Jan C. vond mij, geloof ik, een vrij hopeloos geval. Zo erg was het niet, want naderhand nam hij me mee naar de toneelschool om een dramatische proef af te leggen. Hij had daar ook Annie Jurgens naar toe gecommandeerd en het kwam dus voor ‘t eerst voor, dat ik in een les, ik zal maar zeggen een eh een vrouw een zoen moest geven. Het leek me zo heel ver buiten alle dingen te staan die met toneel, voor mijn fantasie, verband hielden dat ik daar niet toe kon komen. Ik heb het gebracht tot een omhelzing, maar een werkelijk zoen kon er niet op overschieten.
Hoe Annie de proef doorstond is niet bekend. Ze trouwde tien jaar later met Herman Hijermans. Albert heeft ongeveer twee jaar les van Jan C. |