George Bernard Shaw werd na de première van zijn stuk St. Joan in Londen  op het toneel geroepen en ovationeel toegejuicht. Maar één man floot hem uit. Shaw stak zijn hand op om de zaal tot bedaren te brengen en richtte zich tot de fluiter: "Meneer u hebt volkomen gelijk. Ik ben het helemaal met u eens, mijn stuk is absoluut idioot. Maar wat wilt u dat wij met z'n tweeën beginnen tegen die hele zaal?"

 

St. Joan is gebaseerd op het proces tegen Jeanne d'Arc, die in 1431 werd verbrand op beschuldiging van hekserij en ketterij, hoewel ze haar land (Frankrijk) van de Engelsen had bevrijd. Shaw stelt, dat die veroordeling door de kerk en de staat terecht is volgens de normen van die tijd, want "het moest hekserij zijn, dat een meisje noch lezen noch schrijven kon, maar de beste brieven wist te dicteren; ontaarding des duivels was het, dat ze mannenkleren droeg en als soldaat wilde dienen; ten eigen bate kon het slechts zijn, dat zij de Dauphin tot wettig koning wilde kronen, terwijl de kerk zulks weigerde". Maar volgens Shaw was ze een feministische tomboy (Jacq. de Haas, Nieuwsblad van het Noorden, 27 feb. 1925).

 

g-s_t6C2

V.l.n.r. Van Dalsum als de slotvoogd Robert de Baudicourt, Paul Huf als de bisschop van Beauvais en Herman Kloppers als de door Jeanne gekroonde Karel VII

 

Verkade, die Engels georiënteerd en een groot fan van Shaw is, regisseert het stuk in een strak, functioneel decor van Wijdeveld. Van Dalsum speelt twee rollen, de slotvoogd Robert de Baudicourt en de inquisiteur (foto links). "De acteurs wijdden hun beste krachten aan dit vaak vernuftig buitelend, maar toch zo diep menselijke spel, waardoor deze voorstelling al het andere overschaduwde dat in deze jaren gebracht werd. Al bevredigde Nel Stants velen in de titelrol niet, haar jongensachtige fierheid en strijdlust gaven de figuur toch een frisse, juiste kleur en toon. Vóór haar rees hoog, gestreng, toch door erbarmen bewogen de Inquisiteur van Albert van Dalsum" (Hunnigher 1949).

 

Je moest wel degelijk de zaak uit de doeken doen van die inquisiteur, geen heiligenprentje vertonen, maar de innerlijke worsteling laten zien waar de man mee bezig was. De man was integer.., hij ging uit van zijn primaire aanleg van de mens om zichzelf te overschatten, je moest de menselijke waarheid uit de figuur putten... Met theologische dogmatiek waarmee de Engelsen hem bekeken, kwam je niet verder... Het was veel interessanter in hem méér te zien dan een gewone afgevaardigde van de Kerk die alles neerslaat... En ik kon weer bij Verkade aanknopen door de verschillende mensen in de inquisiteur te laten spreken en aan bod te laten komen.

 

Uyldert over de inquisiteur: "Het is geen geringe taak om in de lange toespraak tot de rechter in het zesde bedrijf alle nuances te leggen welke het menselijk gevoel suggereren. ... Heel dit zware zesde bedrijf dat meer dan een uur duurt, werd door Van Dalsum beheerst" (Volkskrant 14 nov. 1924).

 


  Terug