De zaak Howard is de toneelbewerking door R.Millar van de roman The affair van C.P. Snow, waarin de natuurkundige Howard wegens vermeend wetenschappelijk bedrog van de universiteit van Cambridge wordt uitgesloten. De beschuldiging door de 'fellows' van zijn college is discutabel, omdat ze bevooroordeeld zijn door Howard's weinig innemende karakter en communisme.

 

bovenstrijd_t201

De fellows bezig met de zaak Howard. V.l.n.r. Joris Diels, Leo de Hartogh, Van Dalsum als Windslow (later overgenomen door Wim de Haas) en Jan van der Linden, regie Bob de Lange

 

Van Dalsum wordt maart 1963 ziek, begin april geopereerd en moet zijn rol in De zaak Howard opgeven. Erger is, dat hij de regie van Uitkomst van Heijermans voor het Holland Festival, ter gelegenheid van Heijermans' honderste geboortejaar, nu moet overlaten aan zijn regie-assistent Eric van Ingen. Hij was al ver gevorderd en geeft zijn aantekeningen aan Van Ingen, die het er uitstekend van afbrengt: Jongen, je hebt het sprookje waargemaakt.

 

Van Dalsum zag als achttienjarige een van de eerste voorstellingen van Uitkomst, wat toen diepe indruk op hem maakte (zie 1907 Een expressionistische beleving). Later zegt hij over Heijermans (TV interview 1971 De onvergetelijken met Emmy Huf, geciteerd in Plekker 1983): Ik vind Heijermans een buitengewoon moedige kerel, daar heb ik het grootste respect voor, maar als je nu op de Heijermans-stukken terugkijkt, dan blijven alleen de menselijke dingen van waarde, bijvoorbeeld een Kniertje, de jongen, zijn handen worden losgemaakt van de balken, waarmee hij naar zee wordt gestuurd, en verzuipt. De nacht waar ze in die storm zitten, die is tragisch, die is geladen met toneel, mystiek, magie. Toneelmagie eigenlijk, want dat is het in wezen. Niet het moment waarop die vent die ridderorde van zijn borst rukt en uit het raam gooit. Dan zeg je oja, dat was een sociaal tendensje. Dat blijft niet bij. De eeuwigheidswaarde van Heijermans rust in het menselijke. Juist in zo’n reder bijvoorbeeld. Daar zag je een mens ten voeten uit getekend. Ten voeten uit. Ik bedoel een figuur die als het ware gegrift voor je blijft staan. En dan zeg je: ja dat was Heijermans.

 

Ik (SvD, toen 19) herinner me dat mijn vader mij thuis over Uitkomst vertelde, waarbij hij uit de losse pols een paar snelle decorschetsen voor me maakte:

 

bovenstrijd_t202

Decorschets van een prieel en een vijver met zwanen in het Vondelpark. Collectie en foto SvD

 

In Uitkomst vliegt de 10jarige Jan op zo'n zwaan boven Amsterdam. Mijn vader wilde die zwaan op het toneel ook echt laten vliegen en tekende het jongetje op de rug van de zwaan:  

 

bovenstrijd_t203

Schets voor Jan en de zwaan. Collectie en foto SvD

 

Nou, ik zeg: nou is er een ding dat werkelijk moet gebeuren, en dat is dat die zwaan,  die moet vliegen gaan, met die jongen op zijn rug. Die gaat naar de hemel  en die plukt links en rechts sterren en die steekt hij in zijn zak; vol met sterren gelaaie komt hij terug, en dan gaat hij dat verkopen om de schulden van zijn vader en zijn moeder te betalen. De bakker en de slager, en de dit en de dat en de zus en de zo... en dan komt er een beetje verbeten kapelaan en die wil ook zo’n ster hebben, en die koopt hem. Zulke dingen hè, maar dat jongetje hè met die ontzaglijke, prachtige droom, die sterrenhemel boven dat Amsterdam, dat is het moment dat je, ja dat gaat me regelrecht aan mijn hart. Nou, we hebben toen de zwaan laten vliegen, met allerlei kunsten en vliegmiddelen.

 

bovenstrijd_t204

Holland Festival 1963, Jules Royaards als Jan vliegt op de zwaan, waarin zijn moeder Georgette Hagedoorn zit verborgen, naar de hemel om sterren te plukken.

 

bovenstrijd_t205

Fotocopie van een decorschets, waarschijnlijk voor het achterdoek van Uitkomst. Collectie TIN, foto SvD

 

In een map met decorschetsen van Van Dalsum in het Theater Instituut Nederland (TIN) zitten een paar fotokopieën van schetsen die waarschijnlijk voor het achterdoek van Uitkomst zijn. Mogelijk ontwierp Wim Vesseur de decors naar deze schetsen, want Van Dalsum gaf al zijn aantekeningen aan Eric van Ingen, en ze komen overeen met een beschrijving in De Tijd-Maasbode van 17 juni 1963: "Het souterrain, waarin het stuk speelt was niet een afgesloten ruimte gebleven; het plafond werd aangeduid door drie zwevende balken, de wanden door deur en venster en was aan de lijn achter de potkachel. De toeschouwer behield uitzicht op een brokje Amsterdam, een stukje straat, rechts uitlopend op een brug met lantaarn, in de achterwand enkele gevels met daarbovenuit een Amsterdamse toren. Uiteraard lag de straat op de hoogte van de vensterbank. Het knappe was dat dit, met behulp van het interieur, de sfeer van het Amsterdam anno 1900 voor de toeschouwer van nu opriep, zoals het stuk vergt, en toch ruimt schiep in de naturalistische vorm van die tijd, die men nu als te eng, te benauwend zou ondergaan".

 

bovenstrijd_t206

Fotocopie van een decorschets, waarschijnlijk voor het achterdoek van Uitkomst. Collectie TIN, foto SvD

 

  Terug