Amsterdam, waar hij zijn hele leven gewoond en gewerkt heeft, is voor Van Dalsum de enige stad met een ziel. Nu hij daar niets meer te zoeken heeft, verhuist hij vanwege zijn werk bij de Haagse Comedie naar Heemstede. Een strategische keuze, want hij heeft behoefte aan een meer landelijke omgeving en Heemstede is een goede uitvalsbasis als hij in de Randstad moet spelen. De plaats ligt bij de zee en de duinen, waar hij van houdt en grenst bovendien aan Haarlem, waar zijn ouders vandaan komen. Hij huurt een huis met een tuin aan de Heemsteedse Dreef 199 en richt een van de kamers in als atelier. Nu hij geen gezelschap meer leidt, heeft hij weer tijd om te schilderen. Voor  schilderijen uit de periode Heemstede, zie 1965 Tentoonstelling Van Stockum.

 

boven_strijd_t178

De Van Dalsums in de Opel Rekord bij het uitgaan van de kerk

 

Het huis ligt naast garage Van Lent, de Opeldealer waar hij zijn lichtblauwe Opel Rekord koopt, stalt en laat onderhouden. Een jaar later rijdt hij met die auto een bromfietser aan. De gevolgen zijn niet ernstig, maar hij moet wel voor de politierechter verschijnen. Zijn advocate Anneke Goudsmit, later in het parlement voor D66, verdedigt hem met een verwijzing naar de Gijsbreght: "Mijn cliënt heeft zo vaak de hemelse gerechtigheid om erbarming gevraagd, nu doet hij het bij aardse gerecht en ik hoop, dat hij gehoor zal vinden". Hij komt er van af met een boete van 15 gulden.

 

boven_strijd_t179

Van Dalsum voor zijn huis met Mackie. Achter hem de reclameborden van garage Van Lent.

 

De hond is van mij (SvD, toen 14 jaar). Mijn vader vernoemde hem naar Mackie Messer uit De driestuiversopera (zie 1929). Met Macky gaan we naar het landgoed Groenendaal aan het eind van de Dreef. Daar in de buurt staat de kerk Onze Lieve Vrouw, waar mijn ouders bij pastoor Drost naar de hoogmis gaan. Bij diens veertigjarig priesterfeest in 1965 draagt mijn vader vanaf de kansel voor uit de preek van Thomas Becket (zie 1949 De moord in de kathedraal). Volgens mijn moeder is "Dal altijd bereid iets voor te dragen, bij welke gelegenheid dan ook, maar bijbellezing tijdens de mis, dat weigert hij. Lezing van de Schrift is priesterwerk" (Plekker 1983).

  Terug